De sieraden en objecten ontstaan voornamelijk uit textiele vormgeving. Kantklossen, haken en soms zelfs punniken. Het basismateriaal; zilver en messingdraad geeft een nieuwe dimensie aan dit ouderwetse handwerken. Het maakt ook een andere vormtaal mogelijk. Soms drijf ik het werk daarna met een hamer op aambeeld waardoor de vorm steviger wordt. Van combinaties met zoetwater parels en halfedelstenen ben ik nu toe gekomen aan blaaswier. Dat vind ik hier op het Zeeuwse strand.Ik droog dat en prepareer het erna. Daarna graveer ik het met een naald en leg het soms in met gemalen vissenschubbetjes. Daarna verwerk ik het met mijn sieraden. Veel van mijn sieraden hebben connectie met de Zeeuwse traditie, niet alleen door de vormgeving. Het koraal, het blaaswier en het kantklossen doen er aan denken. Het wordt ook wel “nieuw Zeeuws”genoemd.
Kracht van kwetsbaarheid,
Kwetsbaarheid van kracht.
Pluizenbolletjes van een plant.
Geplukt, gesponnen, getwijnd.
Geklost.
Vlugge vingers, een dans,
haast niet te volgen.
Erts uit de aarde.
Gedolven, gesmolten, getrokken.
Geklost.
Langzaam, langzaam,
Iedere slag bedachtzaam
