Adriaen van de Venne
(1590 – 1662)
Adriaen van de Venne was in de eerste helft van de 17eeeuw een bekend kunstenaar die als geen ander de schilderkunst combineerde met de dichtkunst. Hij leefde in de beginjaren van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, destijds een wereldmacht.
Van 1614 tot 1624 woonde en werkte hij in Middelburg.
Hier begon hij aan zijn veelzijdige carrière die hem als schilder, illustrator en dichter een belangrijke plaats zou geven binnen de artistieke en intellectuele kringen van de Gouden Eeuw.
Vandaar dat het Zeeuws Museum een expositie aan deze vergeten meester weidt, de eerste overzichtstentoonstelling van zijn werk ooit (!), getiteld De omgekeerde wereld van Adriaen van de Venne.
In zijn Middelburgse jaren maakte hij vooral kleurrijke schilderijen voor een kapitaalkrachtig publiek. Op deze kunstwerken wemelt het van de figuren, van prinsen tot bedelaars. Vaak staat hij er zelf ook op.
Op deze schilderijen is vaak goed te zien dat hij in het maatschappelijk debat van zijn tijd partij kiest voor de Oranjes.
Omstreeks 1624 verhuist hij naar Den Haag en daar legt hij zich toe op werken voor de vrije markt. Hij gaat nu karikaturale genretaferelen schilderen, bevolkt door boeren, dronkaards, klaplopers, bedelaars en flessentrekkers. Deze taferelen schilderde hij, om de kosten laag te houden, in monochrome kleuren: grisailles.