Ongeveer vanaf 1910 zie je in heel West-Europa een heroriëntering in de schilderkunst. Men wendt zich af van het impressionisme. Er vindt een aantal verschillende vernieuwingen plaats, zoals het kubisme in Frankrijk, het expressionisme in Duitsland en het futurisme in Italië.
In Nederland vormt het expressionisme de vernieuwing, niet alleen in Bergen, maar iets later ook in Groningen (De Ploeg) . De Bergense School is de eerste expressionistische kunststroming in Nederland met een eigen manifest. Omstreeks 1910 vestigden de eerste kunstenaars zich in het Noord-Hollandse Bergen. Vanaf 1914 werkten zij in een gemeenschappelijke stijl; vandaar dat we ook kunnen spreken van een School. De hoogtijdagen van deze kunststroming vallen in de jaren 1914 tot 1920.
Bekende namen zijn: Charley Toorop, Elsa Berg, Dirk Filarski, Leo Gestel, Frans Huysmans, Mommie Schwartz, Piet en Mathieu Wiegman. Ze schilderden portretten, landschappen, stillevens en reisimpressies in hoekige, krachtige vormen, opgebracht met brede penseelstreken en contrastrijke kleuren.